Ode
PROCRASTINATIE

PROCRASTINATIE

20 december 2019

Enkele weken geleden was het eindelijk zover. Na iets teveel jaren mochten we de diploma-uitreiking van onze jongste telg live meemaken, met alles erop en eraan: een academische zitting, met speeches vol eigen lof en wijze raadgevingen voor de toekomst vanwege de docenten, een dito uitvoering met een aantal lokale notabelen – ja, zelfs de burgemeester had hier even tijd voor gemaakt – en het gooien met gekke ruitvormige hoedjes (een traditie overgewaaid uit de Verenigde Staten, of hebben die het van de Britten gekopieerd en is het zo langs een omweg tot bij ons gekomen?). Het geheel werd afgesloten met een streekbiertje en wat hapjes en een voorlopig laatste groet aan de medestudenten, waarvan er – net als de onze –  toch al een aantal meteen werk hadden gevonden.

Eind goed, al goed – al had het gebeuren onzes inziens toch wat vroeger mogen plaatsvinden. Het was geen gebrek aan potentieel of intelligentie, maar een slepende vorm van procrastinatie. Ik moet toegeven dat ik de eerste keer dat ik die term hoorde, dacht dat het iets met vuile manieren te maken had (hoewel ik zelden zoiets durf te denken). Het was het subject in kwestie dat me haarfijn kon uitleggen wat het was, maar dat betekende niet dat hij het bij zichzelf kon remediëren. We hebben het allemaal wel eens voor: uitstelgedrag. Zeker de zaken die we minder graag doen, schuiven we door tot de deadline (of er net over). Voor onze student was het een chronische aandoening, verergerd door een verslaving aan allerlei verstrooiingen, zoals het eindeloos bekijken van series, het onmiddellijk ingaan op uitnodigingen om te gaan pingpongen, voetballen, als het maar niet studeren was (ik zie menig ouder van studerende jongeren instemmend knikken van herkenning). Dit had uiteraard als rechtstreeks gevolg dat de tijd voor taken en studeren zodanig verschrompelde, dat die niet meer in te halen viel. Maar goed, spons erover, het gekke hoedje heeft de vele zorgen en discussies naar het verleden gegooid. En het mooiste van al: hij gaat binnenkort een postgraduaat studie aanvatten, combineerbaar met zijn huidige job. Fantastisch, toch?

Groot was onze consternatie, toen het voorbije weekend bleek dat procrastinatie in zijn zwaarste vorm geen exclusieve studentenziekte is. Op de Klimaattop in Madrid (die eigenlijk in Chili had moeten plaatsvinden, maar daar hebben ze last van uitstelgedrag inzake sociale maatregelen) vertoonde het geheel van wereldleiders, ondanks het goede voorbeeld van de Europese Green Deal, een manifeste en zeer acute vorm van uitstelgedrag, niet alleen door de Conferentie meer dan 24 uur langer te laten duren, maar door vele beslissingen – waarover iedereen het grondig eens is dat het zeer urgent is – naar volgend jaar door te schuiven. Niet omdat ze het laatste seizoen van Game of Thrones wilden uitkijken, niet omdat ze wilden tafeltennissen (hoewel pingpongdiplomatie een erkende vorm van onderhandelen is), niet omdat ze wilden voetballen, maar simpelweg omdat een aantal landen gewoon niet wil dat er meer bindende maatregelen zouden komen om de klimaatchaos aan te pakken en de opwarming van de aarde een halt toe te roepen. Dat noem ik pas vuile manieren!

Helaas moeten we met het schaamrood op de kaken (toch bij ons) vaststellen dat onze eigen regio bij het lijstje hoort van diegenen die lijden aan een verregaande vorm van procrastinatie. Ons gewest, dat zogezegd wil excelleren, kiest inzake klimaatdoelstellingen voor een minimale dienstverlening en positioneert ons zo bij de MOL (minst ontwikkelde landen). We liggen nochtans al laag genoeg om te weten wat de gevolgen zullen zijn. Dergelijk fundamenteel uitstelgedrag vergeef je aan een student, niet aan een beleid dat verantwoordelijkheid voor zijn volk zou moeten dragen.

Enfin, volgend jaar beter misschien?

Bart Bode