Ode
MPK

MPK

28 mei 2020

Nu de wilde haren stilaan gesnoeid geraken, denk ik dat de volgende post COVID-19 rush deze op de oogartsen zal zijn. Gezien zowel ons beroeps- als ons sociale leven voor velen via het beeldscherm gebeurt, zou het mij niet verwonderen dat dit de nodige effecten zal hebben op onze ogen. Onze leefwereld – en daarmee onze kijk op de wereld – schijnt zich te verengen tot de inches van onze apparaten. Zelf doe ik daar lustig aan mee, gezien de omstandigheden ons dwingen om het gros van de vergaderingen online te laten doorgaan of om contact te houden met vrienden en familie.

Er was een tijd dat het beeldschermkijken strikt gelimiteerd was. OK, ik geef hiermee uiteraard toe dat ik een zekere leeftijd bereik, maar dat is nu ook eenmaal een feit. Toen ik dus nog veel jonger was, ging het over een beeldbuis in plaats van een beeldscherm. Thuis hebben we een hele tijd geen televisie gehad en dus moesten we naar oma, twee straten verder. Beeldbuiskijken was voor de woensdag namiddag, de zaterdagavond en op feestdagen. Op Kerstdag, toen de spanning van de pakjespluk achter de rug was, vroegen we zelfs aan oma om naar “de wieltjes” te mogen kijken. Het toenmalige testbeeld van de openbare omroep had in elke hoek namelijk een cirkel met een soort spaken, dus noemden wij dat de wieltjes. Slechts na lang zagen en kort voor de effectieve programmatie begon, werd het wieltjeskijken toegestaan. U moet zich deze buitengewoon opwindende activiteit vandaag eens inbeelden…

Het spannende op zaterdagavond was zich gedeisd houden tot het echt spannend werd: na het journaal was er meestal een oersaaie show zoals “Here’s Lucy” of de “Black and White Minstrel Show” (terwijl het sowieso nog in zwart/wit was) en dat moest je doorstaan tot de detectivereeks “Mannix” begon, maar dan moest je heel hard hopen dat je ouders je niet onmiddellijk naar bed stuurden – wat de meeste keren toch het geval was.

Nee, geef mij maar de woensdagnamiddagen van weleer, met nonkel Bob en die fantastische jeugdreeksen die toen werden geproduceerd.

Terug in Coronatijd stelt de website van de openbare omroep diezelfde jeugdreeksen terug ter beschikking (kwestie van uw schermkijktijd op peil te houden). En natuurlijk kon ik het, o nostalgie, niet laten om des avonds “Johan en de Alverman” te herbekijken. Die Alverman spreekt een bijzonder taaltje, dat ik nu na al die jaren deels kan ontcijferen. Zo trapt hij in het begin van de reeks in een vossenklem, wat hij omschrijft als “malapata klingkling” of kortweg MPK. Mala pata is natuurlijk een gekwetste voet en klingkling het geluid van de dichtklappende klem.

 

Een van de vele uitdagingen die zich na deze vreemde tijd zullen aandienen, is het niet in de val trappen van “we doen gewoon weer verder zoals voorheen”. Als we de uitweg uit deze crisis niet gebruiken om naar een grotere versnelling te schakelen inzake hernieuwbare energie en verregaande klimaatmaatregelen, vrees ik dat we helaas ook malapata klingkling aan ons been zullen hebben. Hernieuwbare energie brengt gezonde, snelle en betaalbare oplossingen voor ons leefmilieu, creëert zuurstof in onze economie met essentiële jobs en lokale investeringen en verbruikt – in tegenstelling tot conventionele centrales – quasi geen water (een probleem dat zich nu al het derde jaar op rij als bijzonder acuut aandient).

Ik merk bij de herstelmaatregelen en de experten panels van het huidig beleid echter bijzonder weinig aandacht voor deze zaken. Er is in ons land nochtans volop uitstekende kennis en expertise voorhanden, zowel bij wetenschappers als ondernemers. Maar als de kijk op de toekomst van het beleid zich beperkt tot de inches van de bestaande recepten, moet je geen professor zijn om te weten dat het malapata klingkling wordt.

Het valt te hopen dat we dit tij nog tijdig kunnen keren.

Bart Bode