Ode
PSYCHE

PSYCHE

31 mei 2022

Omdat het traject overbrugbaar was, hadden mijn ouders besloten dat ik niet op kot zou gaan en dus pendelstudent zou worden. Na wat gemor over het gemiste kotleven en het vinden van de nodige kompanen om de treinreis plezant te maken, had ik mij daar ook naar geschikt. Ons reisvertier bestond voornamelijk uit kaarten, maar soms ook het uithalen van instant grappen, zoals die keer dat we het hele traject lang – ook bij medereizigers – op zoek gingen naar ijstaartjes, omdat de conducteur gevraagd had naar onze reiskaartjes. Net voor het afstappen toonden we hem ons abonnement, maar de man had al ergere dingen meegemaakt om zich te storen aan enkele studenten die vooral zelf overtuigd waren dat ze grappig waren.

Het pendelen vroeg niet alleen reistijd, maar ook de nodige bevoorradingszekerheid. Naast de boterhammendoos kreeg ik – mja, toch een beetje als compensatie voor het niet op kot mogen gaan – niet alleen een thermos koffie, maar ook een thermos verse soep mee van thuis. Net toen we van onze prof psychologie een prachtige nieuwe, telefoonboekdikke uitgave hadden moeten aanschaffen met de zeer plausibele titel “Psychologie”, bleek na de tweede of derde dag dat de soepthermos niet helemaal goed gesloten was en gezien die zich in dezelfde tas als het nieuwe boek bevond, werd de mooie editie voor eeuwig met soep besmost. Nota bene: ter voorbereiding van deze blog wou ik checken of het nog te achterhalen viel welke soep het die dag was, maar blijkt dat onze jongste zoon, die zich verder in de psychologie verdiept heeft, het zogenaamde soepboek heeft meegenomen, hetgeen betekent dat de uitgave – zelfs met toevoeging van een aantal groentenextracten – nog  steeds actueel is.

De prof psychologie, overigens een zeer aimabel man, schrok er niet voor terug om te experimenteren, ook met zichzelf. Zo had hij een lesvoorbereiding op een cassette (OMG, cassettes: hoe vintage!) geregistreerd en de hele nacht onder zijn bed laten afspelen om te zien of hij die zo in zijn slaap perfect kon memoriseren. Zijn examens bestonden altijd uit meerkeuzevragen, maar hij schrapte de zogenaamde “slechte vragen”, met name die vragen die iedereen juist, dan wel fout had beantwoord. Dat maakte dat we van die rare scores kregen zoals 27 op 37 of zo… terwijl we 50 vragen hadden beantwoord.

De mooie cursus psychologie was doorspekt met krantenartikelen die gerelateerd waren aan een bepaald onderdeel van de theorie, zodat deze ook levensecht werd. Het zou de moeite lonen om van dit boek een speciale editie rond energie te maken. Ongetwijfeld zou het grootste probleem daarbij zijn een selectie te maken van allerlei theorieën en nieuwsfeiten, want het aanbod is – alleen al rond het energiethema – gigantisch. Neem nu een thema als geluid: objectief wordt dit in decibel (dBA) gemeten, maar psychisch gaat het over wat tussen de oren beleefd wordt: zo blijkt iemand die zich stoort aan een windturbine meer ‘last’ te hebben van het geluid dan iemand die voor windenergie is (en nee, ik ga geen cassetje onder mijn bed leggen om dat zelf te testen, want ik ben sowieso niet objectief). Er kunnen pagina’s gevuld worden met b.v. het feit dat de goegemeente zoveel mogelijk en zo snel mogelijk groene energie wil, maar overal waar er effectieve projecten komen ontstaan er problemen omdat de vertrouwde omgeving, waar onze psyche zo aan gewoon is, dreigt te veranderen. Maar éénmaal de verandering doorgevoerd is, passen we ons aan en wordt dit het nieuwe vertrouwde. Eénmaal die knop in de hersenen is omgedraaid, verdwijnt het probleem.

Ach, de menselijke psyche: we zullen ze, ondanks alle dikke cursussen en boeken, alle theorie en experimenten met of zonder soep, nooit helemaal doorgronden. Maar dat maakt het leven net zo boeiend. En dat geeft energie, elke dag opnieuw.

Bart Bode