Ode
KATHAREN

KATHAREN

28 maart 2019

Hij was uit het niets gekomen. Eerst wat schoorvoetend, verkennend. Na een poosje liet hij (terecht) alle omzichtigheid vallen, om zich hautain in het middelpunt van de belangstelling te vestigen wanneer hij daar zin in had. Op andere momenten trok hij zich niets aan van de activiteiten om zich heen. Hij kreeg de naam Ramses – vraag me niet waarom, ik weet het niet meer; misschien dat één van de kinderen op dat moment les kreeg over Egypte. Hij was een ietwat mollige, zwart-witte kater die zich inderdaad majestueus gedroeg en enkele maanden in ons gezin te gast was, om dan even mysterieus weer te verdwijnen als hij gekomen was.

Maar het kwaad was al geschied. Het hartverscheurend kinderverdriet, nog bekrachtigd doordat het buurtonderzoek over de vermiste farao niets had opgeleverd, kon enkel getroost worden door een nieuwe poes. Na een reeks emotionele onderhandelingen werd een deal gesloten dat we een kat uit het asiel zouden adopteren, omdat dit toch iets meer ‘verantwoord’ was. Het nieuwe exemplaar was jong, onstuimig en in de begindagen quasi ongrijpbaar, zodat hij als het ware voor zichzelf de naam Turbo had gedicteerd. Met de jaren (en na een obligate knip) werd hij aaibaarder en huiselijk, maar toch bleef hij zijn eigen zelf en als het hem even niet aanstond, sprong hij bovenop de keukenkast. Wanneer we op vakantie vertrokken, liet hij zich niet meer zien tot de dag vóór we weer thuiskwamen.

De moeilijkste periode was toen de hond er bij kwam. De aanvankelijke confrontaties waren ronduit gewelddadig, maar stilaan evolueerden de vijandelijke wapenfeiten tot een soort entente, waarbij er een wederzijdse aanvaarding kwam dat de kat de baas bleef en af en toe een tik kon uitdelen.

Ik kan hier nog wel een dosis anekdotes aan toevoegen, maar ik moet u ondertussen melden dat beide er niet meer zijn. De poes is enkele jaren geleden het slachtoffer geworden van het drukke autoverkeer voor onze deur en de hond is vorig jaar – nota bene op de 4th of July – na een mooi leven van vijftien trouwe jaren vredig ingeslapen. Het aantal huisdieren is ondertussen beperkt tot één, met name een kip die regelmatig een eitje aanlevert als dank voor het keukenafval dat ze ter verwerking ontvangt. Ook de stofzuiger is dankbaar voor deze nieuwe situatie, gezien het verwerken van zoveel honden- en katharen tot het verleden behoort.

Ter voorbereiding van onze volgende zomervakantie heb ik uit de bibliotheek een boek over de Katharen geleend, omdat we in de buurt van hun laatste verblijfplaatsen komen. Ik leer er uit dat het over meerdere groepen ging, benoemd naar de Griekse term voor ‘de zuiveren’, met een mening die afweek van de bestaande orde en daardoor een bedreiging werd, die bestreden werd door de inquisitie. Het boek probeert de vele mythes en pittoreske verhalen te onderscheiden van historische feiten – fake news is immers van alle tijden.

Naast de associatie met de haren van de kat, valt me op hoe er vandaag – onder meer op sociale media – een regelrechte inquisitie ontstaat tegen de zogenaamde ‘zuivere’ jongeren die vandaag op straat komen en een bedreiging vormen voor de gevestigde orde. Deze inquisitie kan – net zoals in de tijd van de Katharen – de aandacht afleiden van de reële bedreigingen, zoals het gebrekkig klimaatbeleid dat deze jongeren net aanklagen.

Niemand is zuiver tot op de graat of de laatste gram CO². Laat ons vooral elke poging tot beterschap waarderen, de noodkreet van de jongeren beluisteren en alle zeilen bijzetten om het probleem te verhelpen. Een inquisitie hebben we daarbij niet nodig, wel doortastende beslissingen en het versneld wegwerken van hindernissen die onder meer de realisatie van veel meer hernieuwbare energie in de weg staan.

Bart Bode