Driemaandelijks verslag over de Europese waarnemingspost voor de elektriciteitsmarkten voor energie
26 juli 2019
- De groothandelsprijzen in heel Europa bleven gedurende het derde kwartaal van 2018 stijgen. Op sommige markten is de prijsstijging zelfs versneld ten opzichte van de eerste helft van het jaar. De gemiddelde maandelijkse groothandelsprijs in de EU steeg van 42 EUR/MWh in januari 2018 tot 63 EUR/MWh in september 2018
- De vraag naar elektriciteit groeide zowel in de industriële als in de huishoudelijke sector. Het BBP van de EU is in het derde kwartaal van 2018 met 1,9% gestegen ten opzichte van dezelfde periode van het voorgaande jaar. De toenemende economische activiteit in de verwerkende industrie had een bijkomend effect op de vraag naar elektriciteit. Net als de warmere zomer dan normaal dit ook heeft op de elektriciteitsvraag van huishoudens en bedrijven. In juli en augustus waren de temperaturen op het continent hoger dan het langetermijngemiddelde, wat resulteerde in een grotere behoefte aan koeling.
- Ook de prijzen van emissierechten, gas en steenkoolgrondstoffen bleven stijgen. De snelle groei van de prijzen voor emissierechten zette zich voort, aangezien de ETS-emissierechtenprijzen stegen van 5 EUR/t in september 2017 tot 21 EUR/MWh in september 2018. De prijzen van de emissierechten overschreden voor het eerst in tien jaar de 20 EUR/MWh-waarde. De gasprijzen stegen met bijna 30%, terwijl de steenkoolprijzen een lichte stijging van 11% op jaarbasis kenden. Ondanks dergelijke kostenstijgingen heeft de stijging van de groothandelsprijzen ertoe geleid dat de elektriciteitsproductie op basis van steenkool en gas in Duitsland in het derde kwartaal van 2018 voor het eerst winstgevend is geworden.
- De elektriciteitsmix van de EU bleef grotendeels onveranderd, aangezien hernieuwbare energiebronnen 30% van de totale elektriciteitsproductie voor hun rekening namen, minder dan 1% hoger dan in dezelfde periode van het jaar daarvoor. Er is een kleine verschuiving waar te nemen tussen het aandeel van fossiele brandstoffen en kernenergie: deze laatste is met 1 procentpunt gestegen en maakte 36% van de productie in de EU uit, terwijl het aandeel van kernenergie is gedaald tot 27%. Hoewel het niveau van de waterkrachtcentrales en -reservoirs in de hele EU is verbeterd ten opzichte van 2017, zijn ze in de meeste regio's nog steeds onder het langetermijngemiddelde gebleven.
- Het aandeel van de variabele hernieuwbare energiebronnen is in het derde kwartaal van 2018 met 2 procentpunten gestegen in vergelijking met dezelfde periode van het vorige jaar. Het gecombineerde aandeel van wind en zon is tegen september gestegen tot 17,4%, de op een na hoogste waarde die in 2018 is geregistreerd. Tegelijkertijd daalde de productie van elektriciteit uit waterkracht tot het laagste niveau in 2018. Als gevolg van de ongewoon warme zomer bleef de waterkrachtopwekking in september onder de 10% van de totale elektriciteitsproductie van de EU.
- In tegenstelling tot voorgaande jaren waren belastingen niet langer de belangrijkste drijfveren voor de stijging van de detailhandelsprijzen. De belastingen bleven grotendeels stabiel, aangezien zij in een vergelijking op jaarbasis in de helft van de EU-lidstaten minder dan 1% veranderden. De ontwikkeling van de belastingen en de beleidskosten vertraagde zo sterk dat de prijsontwikkeling in de meeste landen werd bepaald door de ontwikkeling van de energiecomponent, de netwerkkosten of een combinatie van beide. Opmerkelijke vrijstellingen waren Duitsland en Denemarken, waar de belastingen met respectievelijk 7 en 12 EUR/MWh zijn gestegen ten opzichte van september 2017.
- De prijzen in de EU bleven goedkoper dan in Japan, maar duurder dan in de Verenigde Staten en andere internationale concurrenten. Dit geldt zowel voor de groothandels- als de kleinhandelsmarkten en de EU behield haar positie in de internationale vergelijking. De gemiddelde detailhandelsprijs in de EU kende een minder volatiele ontwikkeling dan hun tegenhangers in Turkije, Korea en Japan. Op het groothandelsniveau stegen de EU-prijzen in de EU met 60% ten opzichte van hun Amerikaanse tegenhangers, wat erop wijst dat de EU-prijsstijging ten opzichte van de VS toeneemt zodra de detailhandelsprijzen de ontwikkelingen op groothandelsniveau hebben ingehaald.
- De hoogste detailhandelsprijzen voor industriële consumenten werden geregistreerd in het VK (171 EUR/MWh), gevolgd door Duitsland en Italië. Denemarken (327 EUR/MWh) registreerde de hoogste detailhandelsprijs voor huishoudens in september 2018, Duitsland nam de tweede plaats in voor dit type, gevolgd door België.
Het rapport
Bron: https://ec.europa.eu