Ode
Rationele verdeling lasten over energiebronnen neutraal voor gezinsbudget en beter voor klimaat

Rationele verdeling lasten over energiebronnen neutraal voor gezinsbudget en beter voor klimaat

29 augustus 2019

Brussel, 29/8/2019 – De Vlaamse regulator voor de energiemarkt VREG publiceerde eind augustus de kosten en financieringsbronnen van de Vlaamse lasten op elektriciteit en aardgas. Daaruit blijkt een dramatisch onevenwicht tussen de lasten op elektriciteit en die op aardgas. Waar de openbaredienstverplichtingen op elektriciteit bij een gezin ongeveer 25% van de factuur uitmaken, is dit bij aardgas slechts 2%. De hernieuwbare energiefederatie ODE Vlaanderen pleit om in de Vlaamse en federale regeerakkoorden duidelijke afspraken te maken over een verschuiving van de lasten op elektriciteit naar aardgas en stookolie.

Vandaag is het prijsvoorveel voor aardgas een handicap voor de ontwikkeling van klimaatvriendelijke technieken zoals warmtepompen en warmtenetten. Een verschuiving van de lasten kan budgetneutraal voor de gezinnen: ze betalen minder voor elektriciteit en meer voor aardgas of stookolie, maar de som blijft ongeveer gelijk. Bram Claeys van ODE: “Zo’n verschuiving zorgt ervoor dat een investering in een warmtepomp, pelletboiler of een aansluiting op een warmtenet zich sneller terugverdient. Dat is precies het marktsignaal dat we nodig hebben.” Vandaag is het immers moeilijk om bij renovaties of tout court in bestaande gebouwen zo’n investering rendabel te krijgen. Aardgas en stookolie zijn te goedkoop in vergelijking met elektriciteit, en de scheve lastenverdeling draagt daar in belangrijke mate aan bij.

In april 2019 onderschreef een coalitie van zestig energieleveranciers, fabrikanten, installateurs, milieuorganisaties en experten op initiatief van BBL en ODE een pleidooi voor drie cruciale maatregelen voor groene warmte. Daaronder is een lastenverschuiving richting fossiele brandstoffen een van de prioriteiten.

Een verschuiving van de lasten richting algemene middelen heeft als nadeel dat het de financiering van de openbare dienstverplichtingen van jaar tot jaar onzeker maakt. Dat is nefast voor lange termijn investeringszekerheid.