Ode
NPK

NPK

27 maart 2020

Oorlog is niet enkel de frontlijn, waar – zoals zo vaak te zien in films – de kogels je om de oren fluiten en waarbij leven of dood door enkele centimeters naar links of rechts, of door op het slechte moment op de slechte plaats zijn, bepaald wordt. Oorlog is ook de hele toestand eromheen, met de grootste onzekerheid over wat er morgen zal gebeuren – als er al een morgen komt; met het zaad van wantrouwen dat overal ontkiemt en de samenleving in meerdere fracties opsplitst; met de verbetenheid tot overleven, grenzend aan het elk voor zich; met schaarste en een groeiende kloof tussen de ‘haves’ en de ‘non-haves’ en nog zoveel meer onheil…

Enkele decennia geleden heb ik dit ervaren in Colombia, een land dat toen al jaren in een interne zogenaamde ‘vuile oorlog’ verwikkeld was. Bij het lezen van een fait divers bericht over de notoire drugbaas Pablo Escobar, één van de ‘haves’ in die tijd, kwam die ervaring recent weer boven. Escobar is ondertussen al ettelijke jaren overleden, maar in zijn glorietijd had hij met al dat drugsgeld onder meer een privé zoo ingericht, waarbij hij een aantal dieren uit Afrika had laten overvliegen. Eénmaal Pablo El Padrino achter de tralies verdween, werden de meeste dieren naar een fatsoenlijke zoo gebracht, maar recent bleek dat een aantal van zijn nijlpaarden in de wildernis verdwenen zijn. Ondertussen hebben die bijzonder gevaarlijke beesten zich duchtig geamuseerd en zich zodanig vermenigvuldigd dat ze in de Colombiaanse bossen een hoop overlast bezorgen en vooral een enorme hoop – tja, hoe zeg je dat nu op een propere manier – NPK (nijlpaardenkak) in de rivieren van het gebied verspreiden, wat onder meer zorgt voor een toename van algenvorming die het oorspronkelijke leven in het water verstikt. Dit alles speelt zich af in het ruimere Amazonegebied, dat al een zeer precair ecosysteem kent, langs alle kanten wordt leeggeroofd door legale en vooral illegale houtkap, maar toch beschouwd wordt als één van de belangrijkste longen van onze planeet.

We moeten in deze Coronatijden niet veel duiding geven bij het belang van onze longen. Mijn vrees is niet dat er vanuit de NPK een virusvariant– de NPK-20 of zo – zal ontstaan, hoewel er tussen het vermoedelijk ontstaan van COVID-19 op een zgn. ‘wet market’ en de zompige condities waarin de nijlpaarden zich bevinden met wat goede wil en fantasie wel enige gelijkenis te bespeuren valt.

Mijn zorg betreft precies die longen van de wereld. We weten dat ze er heel erg aan toe zijn en dat de piek van de klimaatopwarming nog lang niet bereikt is. We kennen de oorzaken en vooral: we kennen de remedies. En toch wordt er zo weinig gedaan.

Ik ben allesbehalve voorstander van een catastrofencompetitie, maar ik vind cijfers hierbij wel sprekend. Er sterven per jaar meer dan 7 miljoen mensen aan de gevolgen van de klimaatchaos (fijn stof, verwoestijning, stedelijke hitte-eilanden, …). Het uiteindelijke sterftecijfer van de Corona-pandemie kennen we nog niet en ik besef dat een cijfer nooit de drama’s zal weergeven die daarbij gepaard gaan. Ik stel vooral vast – en velen met mij – dat voor die 7 miljoen geen gigantische maatregelen worden genomen. Dat  ons mondiale gezondheidssysteem tegen die 7 miljoen helemaal niet bestand is. Dat er niet – of toch ruim onvoldoende – geluisterd wordt naar de wetenschappers van het IPCC die op geregelde tijdstippen de diagnose van onze planeet maken en die ruim bekend maken. Maar nee, sommigen luisteren liever naar de handelaars in twijfel en belonen het asociale gedrag van systemen die de klimaatopwarming in stand houden of verergeren.

De draconische (er is dezer dagen ook een opbod in superlatieven) maatregelen rond COVID-19 die vandaag in onze samenleving worden genomen zijn méér dan terecht en dienen dan ook volledig te worden nageleefd. Ik vrees echter dat er nog wel wat oorlogen zullen volgen en er nog veel NPK in de rivier zal stromen vooraleer er, ondanks de gekende en zeer accurate vaccins zoals hernieuwbare energie en energie-efficiëntie, genoeg zal worden gedaan om de longen van de wereld te redden.

Bart Bode