Ode

WAAROM WINDENERGIE

De uitrol van hernieuwbare energie (voornamelijk wind en zon) kwam er als antwoord op de massale uitstoot van broeikasgassen door de fossiele energiesector, waardoor de opwarming van het klimaat versnelde. Wereldwijd was en is men er meer dan ooit overtuigd dat er drastische maatregelen moeten komen, niet in het minst in ons energieverbruik. Naast de klassieke aanwending van stroom willen we ook andere sectoren zoals transport en verwarming meer gaan elektrificeren en dit zo duurzaam mogelijk. Daarvoor werden op wereldniveau doelstellingen afgesproken, die dan verder Europees, federaal en regionaal verdeeld werden.

De recente geopolitieke evoluties nopen ons er toe om de lokale energieopwekking te versnellen. Intense prijsschommelingen en onzekerheden inzake de energiebevoorrading kunnen beter onder controle gehouden worden wanneer we over voldoende lokale energieproductie beschikken.

Gezien Vlaanderen/België niet (meer) beschikt over grondstoffen die we uit onze bodem kunnen halen om energie te produceren – en we dit omwille van het klimaat en de luchtkwaliteit ook niet meer willen – zijn we voornamelijk aangewezen op wind en zon. Gelukkig zijn deze bronnen ruim beschikbaar, onuitputtelijk en bovendien zeer complementair, zowel in de loop der seizoenen als in het dagverloop. De wind waait gemiddeld harder van de avond tot de ochtend en van herfst tot lente wanneer de productie van zonne-energie wat lager is.

Daarom is dit een en/en verhaal: we hebben zonne-energie nodig, maar vooral windenergie, zowel op land als op zee.

De energietransitie is volop bezig en wordt, naast de overschakeling naar hernieuwbare energiebronnen, vooral gekenmerkt door de grote verandering van ‘productie volgt consumptie’ naar ‘consumptie volgt productie’. Deze verandering in ons denk- en handelingspatroon is wellicht de meest ingrijpende in de overgang die we nu beleven en vergt nog heel wat aanpassing en verdere afstemming, maar iedereen vaart er wel bij.

Dat er hierbij nog vele vragen leven, zeker wanneer er een nieuw project in de buurt gepland wordt, is evident. Informatie is dan ook cruciaal bij de verder uitbouw van windenergie. Op een aantal van die vaak gestelde vragen willen we hier een antwoord bieden.

We gebruiken de term windturbines om een onderscheid te maken met de (vaak geklasseerde) historische windmolens die je hier en daar nog vindt in Vlaanderen. De technologie van de moderne windturbines is wel degelijk afgeleid van deze historische molens. De term windturbine is ook correcter omdat het de turbine is die de windkracht omzet in elektriciteit.

VRAGEN & ANTWOORDEN (FAQ)

IS ER WEL PLAATS IN VLAANDEREN VOOR WINDTURBINES?

Windturbines vallen overal op. Ze hebben onderaan een kleine voetafdruk, maar zijn door hun hoogte kenmerkend in elk landschap. Op die manier nemen ze behoorlijk wat ruimte in.

Voor die ruimtelijke inpassing van windturbines opteerden de Vlaamse beleidsmakers voor het aansluiten op b.v. autowegen, in of nabij havens en industriegebieden en – in combinatie met andere activiteiten zoals landbouw of recreatie – in open ruimtegebied waar dit verantwoord kan worden. De regels en de verdere details hieromtrent zijn gebundeld in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO).

Maar ruimte en landschap zijn ook in evolutie. Daarom kijkt het Vlaamse beleid ook naar de toekomst en wordt windenergie, samen met wonen, werken en zoveel andere ruimtelijke functies meegenomen in de uitwerking van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV).

Nog meer info: Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening

IS ER WEL VOLDOENDE WIND OP LAND IN VLAANDEREN?

Het windaanbod in Vlaanderen/België hoort tot de betere in Europa. Een enkele windturbine van 4 MW bijvoorbeeld produceert al het gemiddelde jaarverbruik van stroom voor zo’n 6000 gezinnen. Het is echter een natuurlijk gegeven dat hoe hoger je gaat, hoe sterker het waait. Daarom kiezen we voor het bouwen van nieuwe windturbines ook voor een maximale hoogte. Een windturbine van 180 m tiphoogte levert twee keer meer elektriciteit dan een exemplaar van 120 m. Als we de lengte van de wieken verdubbelen verhoogt de productie met een factor 4! Om die reden plaatsen we ook windturbines met een hoogte van 200 tot 250 m waar het kan, bijvoorbeeld in zones waar er geen radarbeperkingen zijn.

De beperkte windsnelheid op geringe hoogte is de grootste hinderpaal voor de kleine windturbines (ook wel eens microturbines genoemd). Zo zijn kleine windturbines – die volgens de regelgeving maximum 15 m hoog mogen zijn – slechts rendabel in een aantal windrijke gebieden, b.v. langs de kust. Ook hier geldt de regel: hoe hoger, hoe meer productie.

Nog meer info: Dagelijkse elektriciteitsproductie uit windenergie in Europa

EN WAT ALS HET NIET WAAIT?

Windturbines draaien tot 95% van de tijd en staan alleen stil voor onderhoud, voor het beperken van eventuele hinder (geluid, slagschaduw, vogels of vleermuizen) of wanneer het volledig windstil is. In die – eerder zeldzame – periodes is men voor stroomproductie aangewezen op andere bronnen, zoals zonne-energie of klassieke centrales. Er komen meer en meer vormen van opslag van elektriciteit (bij een hoog productieaanbod), zoals batterijen of omzetting naar groene waterstof die de periodes van lage of geen productie tijdelijk kunnen opvangen.

De voorspelbaarheid van de productie van windenergie is de laatste jaren enorm verbeterd, waardoor men tijdig kan kijken welke energiemix er nodig is. Daarom wordt er, naast energiebesparing, ook volop ingezet op vraagsturing. Huishoudens en bedrijven worden uitgenodigd om hun stroomverbruik af te stemmen op die uren dat er veel geproduceerd wordt. Zo is het zowel voor het elektriciteitsnet als voor uw portemonnee veel interessanter om uw wasmachine te laten draaien en uw elektrische fiets of auto op te laden tijdens een winderige middag.

Nog meer info: KMI: verwachte windsnelheid in België

MAKEN WINDTURBINES NIET TEVEEL LAWAAI?

De Vlaamse overheid legt strikte geluidsnormen op die zorgen voor de rust van omwonenden. Deze normen vind je terug onder de VLAREM milieuwetgeving. Daarin maakt men onderscheid tussen dag en nacht en de diverse gebieden in de omgeving van een windpark. De huidige normen liggen onder de grens van wat de Wereldgezondheidsorganisatie als toelaatbaar beschouwt en bieden dus een afdoende beschermend kader.

Het doorsnee geluid van een windturbine is te vergelijken met dat van een zachte regenbui. De waarneming van het geluid van een windturbine hangt af van de afstand, de windsnelheid en het reeds aanwezige omgevingsgeluid, zoals een autoweg of een spoorlijn,  lawaai van industriële activiteiten … De meer recente windturbines maken ook minder lawaai door een aantal technische aanpassingen zoals aangepaste verflagen, zaagtanden (serrations) op de wieken, enz…

Hoe je een bepaald geluid ervaart, hangt af van persoon tot persoon. Denk maar aan mensen die al jaren langs een spoorweg wonen en zeggen “wij horen dat niet meer”. Anderen blijken heel gevoelig te zijn voor bepaalde geluiden, ook als die onder een bepaald niveau zitten. De Vlaamse regelgeving is daarom uitgegaan van een aanvaardbaar gemiddeld geluidsniveau. En met windturbines zitten we ook ver onder het lawaai van een autoweg of een industriële activiteit in de buurt.

Soms hoor je ook vertellen over infrasoon trillingen en/of laagfrequent geluid. De belangrijkste bronnen daarvoor zijn generatoren, koelgroepen, ventilatie, verkeer, maar ook het geluid van de wind b.v. tussen twee gebouwen. Beschikbare studies stellen dat dit type geluid geen bijkomende hinder veroorzaakt.

Nog meer info: Omgeving Vlaanderen: wetgeving windturbinegeluid

IS SLAGSCHADUW NIET GEVAARLIJK VOOR DE GEZONDHEID?

Met slagschaduw bedoelt men de schaduw die ontstaat wan­neer de wieken van de windturbine voor de zon draaien. In de wetgeving zijn voorschriften opgenomen om hinder door slagschaduw te beperken. Zo mag een woning jaarlijks niet meer dan 8 uur last hebben van slagschaduw en nooit meer dan 30 minuten per dag.

De windparkuitbater houdt voor elke turbine de slagschaduw bij in een logboek. Als het nodig is, wordt een windturbine tijdelijk stilgelegd om aan de norm te voldoen. Elke windturbine kan vanop afstand opgevolgd en bijgestuurd worden, als dat nodig blijkt. Wieken worden ook uitgerust met een anti-reflecterende laag, waardoor hinder door lichtreflectie vermeden wordt.

Slagschaduw kan als hinderlijk ervaren worden. Er is echter geen enkele studie die erop wijst dat je van slagschaduw ziek wordt. De meeste uitbaters hebben een infopunt waar buurtbewoners met vragen of problemen terecht kunnen. Mocht je toch last hebben, neem dan contact op met hen.

Nog meer info: Omgeving Vlaanderen: wetgeving slagschaduw

ZIJN ER NOG ANDERE GEZONDHEIDSRISICO’S BIJ WINDTURBINES?

Er worden een aantal mythes verspreid over gezondheidsrisico’s van windturbines, maar die worden niet onderbouwd door wetenschappelijk onderzoek. Veelal zit de ervaring van het probleem tussen de oren. Mensen die van nature te kampen hebben met stress (b.v. op het werk of om familiale redenen) of slapeloosheid en negatief staan t.o.v. windenergie, koppelen deze symptomen vaak aan de nabijheid van een windturbine. Objectief is daar geen enkel oorzakelijk verband aan te koppelen.

Nog meer info: Windturbines en gezondheid

ZIJN WINDTURBINES WEL TE VERZOENEN MET NATUURDOELEN?

In de strijd tegen klimaatverandering zijn windenergie en natuurbehoud bondgenoten. De natuur in al zijn variëteiten en soorten is immers het eerste slachtoffer van de opwarming van de aarde. Windturbines vermijden de uitstoot van broeikasgassen, veroorzaken geen fijn stof en verbruiken geen (drink)water.

Er wordt veel gesproken over de impact van windturbines op vogels en hun habitat. Zeer zelden valt er  eens een vogelslachtoffer door de aanvaring met een windturbine, maar windturbines staan niet eens in de top 10 van doodsoorzaken van vogels. Toch worden er inspanningen gedaan om ook dat zeldzame slachtoffer te vermijden door aangepaste apparatuur op de windturbine. Daarnaast worden geen windturbines gepland in natuurgebieden en worden trekroutes en broedplaatsen vermeden.

Ook voor vleermuizen worden de nodige maatregelen genomen. Zo kan een zogenaamde batdetector de aanwezigheid van vleermuizen signaleren en de turbine eventueel stilzetten. Maar ook hier geldt dat er vele andere oorzaken zijn voor de sterfte bij vleermuizen.

In Europa groeit het inzicht om maatregelen naar voor te schuiven op soortniveau. Dat betekent dat men eerder naar het behoud van het geheel kijkt i.p.v. individuele gevallen en op die manier onnodige kosten vermijdt die weinig of geen effect hebben op een totale vogel- of vleermuispopulatie.

Nog meer info: Wind energy and biodiversity

WAT GEBEURT ER MET WINDTURBINES DIE AFGEBROKEN WORDEN?

Men hoort wel eens dat een windturbine meer energie kost dan hij kan leveren. Dit is echter niet correct. Binnen een jaar compenseert een windturbine de totale hoeveelheid energie die nodig is voor zijn productie (het staal van de mast, het maken van de wieken, het transporteren van alle onderdelen,…). Daarna zal een windturbine nog gemakkelijk 20 jaar groene elektriciteit leveren.

De CO2 uitstoot van de hele levenscyclus van een windturbine (aanmaak, onderhoud en afbraak) wordt, naargelang de locatie, al teruggewonnen in 6 tot 8 maanden!

Windturbines zijn ontworpen om minstens 25 jaar lang energie te produceren. De levensduur kan vaak zelfs verlengd worden. Op het einde van zijn levensduur wordt de windturbine netjes verwijderd en wordt het terrein terug in zijn oorspronkelijke staat hersteld.

Het overgrote deel van de windturbine kan gerecycleerd worden: het staal, de elektronische onderdelen, het beton van de fundatie, enz... De wieken, meestal gemaakt van composietmateriaal,  worden vaak vermalen en opnieuw als grondstof gebruikt, o.m. in de cementindustrie.

Recent komen windturbineconstructeurs met wieken die volledig recycleerbaar zijn. Daarnaast zijn er bedrijven op de markt die wieken hergebruiken (vb. in afdaken van fietsenstallingen, speeltuigen) of recyclagetechnieken gebruiken om het materiaal een nieuwe toepassing te geven. 

Soms gebeurt het dat een windturbine nog vóór het einde van zijn technische levensduur vervangen wordt door een nieuwer type. Dit noemt men ‘repowering’. De oude windturbine wordt dan ontmanteld en vaak elders heropgebouwd.

Nog meer info: Belgian platform for decommissioning wind turbines

WORDT DE WAARDE VAN MIJN WONING BEDREIGD DOOR DE NABIJHEID VAN WINDTURBINES?

Studies hieromtrent konden geen significant verband aantonen tussen de waarde van een woning en de nabijheid van een windturbine. Een exacte vergelijking maken is ook bijzonder moeilijk, want dan zou woning A precies dezelfde moeten zijn en op dezelfde locatie als woning B.

Er spelen zoveel diverse elementen in de marktwaardebepaling van de woning: bouwjaar, inrichting, ligging, bereikbaarheid, mobiliteit en meer en meer ook: de energie-efficiëntie.. Niet alleen in de aankoopprijs, maar ook in de onderhoudskosten speelt energie een steeds belangrijker rol. Je kan je dan ook afvragen of de nabijheid van een windturbine geen extra troef wordt, b.v. omdat je dan de kans hebt om mee te participeren in het windproject.

HOE ZIT HET MET HET DRAAGVLAK VOOR WINDENERGIE?

Elk jaar opnieuw tonen enquêtes van de Vlaamse overheid (VEKA, VREG) aan dat er in Vlaanderen een stevig draagvlak is voor windenergie, ook op lokaal vlak. Slechts een zeer kleine minderheid is echt tegen windturbines..

Goed geïnformeerde mensen, die overtuigd zijn van de reële voordelen van windenergie en mensen die hierin financieel participeren zijn echte ambassadeurs voor windenergie. Zij overtuigen vaak vrienden, kennissen en buren om mee te doen aan informatiemomenten of deelname in een financieel participatiemodel en zorgen zo voor een verbreding van het lokale draagvlak.

Daarnaast is het belangrijk dat het beslist beleid inzake windenergie overal objectief wordt uitgedragen. Het is belangrijk dat beleidsverantwoordelijken windenergie objectief ondersteunen, mee instaan voor een goede informatieverspreiding en initiatieven nemen om het realiseren van windparken te faciliteren. Communicatie over een positief draagvlak – b.v. door de resultaten van het VEKA onderzoek meer te verspreiden – kan hierbij heel wat helpen.

Nog meer info: VEKA: Draagvlak windenergie

WELKE ROL SPEELT DE GEMEENTE IN HET VERGUNNINGSPROCES?

Heel wat gemeenten engageerden zich reeds in het Burgemeestersconvenant om de klimaatproblematiek aan te pakken. Belangrijk daarbij is dat men voldoende ambitieus durft te zijn en het beleid inzake windenergie ook op een positieve en duidelijke manier te communiceren over windenergie.

Inzake een gepland windpark organiseert de gemeente in het kader van de vergunningsaanvragen het openbaar onderzoek, waarin omwonenden de mogelijkheid krijgen om bezwaren in te dienen indien ze dit nodig achten.

Daarnaast is het College van Burgemeester en Schepenen van de gemeente één van de advies verlenende instanties in de vergunningsprocedure.

De meeste windparkbouwers organiseren ook infomomenten voor buurtbewoners, zowel naar aanleiding van de vergunningsaanvraag als in aanloop van de bouw van het project of bijvoorbeeld wanneer participanten worden gezocht. Dit gebeurt liefst in overleg/samenwerking met de gemeente.

Nog meer info: Burgemeestersconvenant

IS ER WEL PLAATS IN VLAANDEREN VOOR WINDTURBINES?