Ode
MAX

MAX

01 oktober 2020

U heeft dit verhaal mogelijks in een ietwat andere versie reeds eerder gehoord. Max was een eenvoudige, maar trouwe medewerker van de firma. Hij kwam altijd met de fiets tussen de velden door van zijn huis naar het werk. Max was geen hoogvlieger, geen haantje-de-voorste, niet de grote denker of strateeg, maar een noeste werker, altijd op post. Een stille kracht, altijd vriendelijk en attent, maar niet zo spraakzaam. Hij deed zijn taken goed en geen vraag was hem te veel. De periodes dat hij ziek was waren op één hand te tellen. Een medewerker dus waar menig werkgever er graag dertien in een dozijn van wilde.

De firma wist dit best te appreciëren en toen Max 60 werd, vond ze dat dit de ideale gelegenheid was om deze eenvoudige man eens flink in de bloemetjes te zetten. Er werd een feest georganiseerd (het was nog vóór de uitbraak van het grote virus) met alles erop en er aan: een grandioze receptie met fijne hapjes en drankjes, georganiseerd door een gereputeerde cateraar; lovende speeches en talloze schouderklopjes. Er was door het feestcomité vooraf lang gediscussieerd over een passend geschenk: een ferme reischeque voor een verre bestemming of een kunstwerk dat Max naast de schouw kon hangen, als aandenken van deze gebeurtenis. Omdat men niet wist of Max wel een grote reiziger was – want zoveel wist men niet over zijn privéleven – werd er toch maar voor het kunstwerk geopteerd, dat tijdens de laatste speech plechtig aan de feesteling werd overhandigd.

 

Max genoot van deze heugelijke dag. Hij zorgde dat hij niet teveel van de bubbels nipte om alles voldoende bewust te kunnen meemaken, liet zich al die complimenten wel bevallen en genoot stilletjes, zonder veel emotie te uiten, van elk moment en elk mooi woord.

Als top of the bill mocht Max samen met de directeur van de firma in een gehuurde superlimousine een grote rondrit maken in de wijde omgeving. Het was tijdens die rit dat Max plots onbedaarlijk in huilen losbarstte. Toen de directeur hem vroeg wat er hem ineens zo ontroerde, zei Max al snikkend dat het hele feest zo mooi was en dat hij enorm dankbaar was voor de lof die hem te beurt viel, maar dat men overal langs de weg van die rood-witte bordjes met Max 60 had geplaatst, dat ging zijn emoties te boven en dat vond hij toch wel … de max. (Het verhaal is inderdaad wat gedateerd, want nu zou het zich situeren bij Max 50 en in sommige wijken bij Max 30 of, als hij wat langer doorwerkte dan de wettelijke pensioenleeftijd, bij Max 70).

Dagen later, toen het feestgedruis en de hoge emoties waren verstild, dacht Max niet meer aan wat voorbij was, maar filosofeerde hij over wat voor hem lag. En hoeveel jaar dit wel nog kon duren.

Dit verhaal zou evengoed over onze planeet kunnen gaan. Die is ook een trouwe medewerker, een stille kracht, geen haantje-de-voorste, maar altijd beschikbaar. We zouden er best dertien in een dozijn willen hebben – en met de levensstijl die we hier gewoon zijn, zou dat wel nodig zijn als er niet drastisch ingegrepen wordt. Want we vragen al lang veel meer dan de max van onze Aarde. Heel wat indicatoren staan op oranje of rood. Vijf jaar geleden nog werd er afgesproken dat we de verdere opwarming moeten houden op Max 2 (graden Celsius), maar ondertussen is deze limiet in ons land al overschreden en smelten wereldwijd de permafrost, de ijskappen en gletsjers met een ongeziene snelheid.

We zouden niet van ontroering, maar van onmacht in heftige tranen uitbarsten over de toekomst, ware het niet dat we een prachtig geschenk hebben, met name hernieuwbare energie. OK, er moet nog veel meer gedaan worden dan dat om de planeet van de ondergang te redden, maar laat ons alvast doen wat we kunnen om al onze energieopwekking volledig hernieuwbaar te maken en daar maximaal op in te zetten. Dat zou toch de max zijn.

Bart Bode